Goed klimaatbeleid vraagt om integrale aanpak met langetermijnvisie

We moeten veel meer doen om te voorkomen dat de aarde verder opwarmt. Want terwijl we bijna 10 jaar geleden in Parijs afspraken dat de aarde niet meer dan 1,5 graad mag opwarmen, raakt die maximale temperatuurstijging steeds verder uit zicht. Ondertussen zien we dat het klimaatbeleid in steeds meer EU-landen sputtert en zwalkt. En is er veel te weinig aandacht voor de vraagstukken die samenhangen met klimaatverandering, zoals gezondheid, voedselzekerheid en migratie. Linda van Dongen, expert klimaat bij ASN Bank, vertelt erover.

Het tegengaan van de opwarming van de aarde behoort tot de grootste uitdagingen van onze tijd. En hoewel de afspraken in het Klimaatakkoord van Parijs – om de opwarming te beperken tot 1,5 graad – volgend jaar hun 10-jarig jubileum vieren, gebeurt er tot nu toe veel te weinig. Het afgelopen jaar was de aarde gemiddeld zelfs al meer dan 1,5 graad warmer ten opzichte van de periode voor de industriële revolutie. En dat merken we, want we hebben nu al steeds vaker te maken met weersextremen en klimaatrampen.

Maar bij de pakken neer gaan zitten of opgeven? Daar wil ik niets van weten. En ik ben niet de enige. In tegendeel. Steeds meer mensen beseffen gelukkig dat we véél meer vaart moeten maken met het tegengaan van de opwarming. De overgrote meerderheid van de wereldbevolking wil ambitieuzer klimaatbeleid van zijn land zien, liet een omvangrijke VN-studie onder 75.000 mensen in 77 landen eerder dit jaar zien. Een positieve ontwikkeling.

Door weersextremen, klimaatrampen en natuurschade kunnen we niet om de opwarming heen. Maar er zijn meer problemen die met klimaatverandering samengaan. En die blijven vaak nog onderbelicht. Neem wereldwijde migratiestromen. Een deel van migratie wordt veroorzaakt door klimaatverandering en leidt tot ‘klimaatvluchtelingen’. Zij raken ontheemd omdat hun leefomgeving door hitte, overstromingen of andere weersextremen onbewoonbaar is. Doen we onvoldoende aan het klimaatprobleem, dan zijn steeds meer mensen genoodzaakt op zoek te gaan naar een nieuwe woonplaats en neemt de stroom aan klimaatvluchtelingen toe.

Naast klimaatmigratie gaan er nog veel meer problemen schuil achter klimaatverandering. Mislukte oogsten bijvoorbeeld, en de zeespiegelstijging. Meer dan genoeg problemen om aan te pakken dus.

Ambitieuzer beleid is nodig van overheid en bedrijfsleven

De urgentie van het probleem én al zijn gevolgen vraagt om strenger klimaatbeleid en concrete stappen. We lopen fors achter op het doel om de temperatuurstijging te beperken tot maximaal 1,5 graden. De Westerse wereld moet laten zien dat zij ver vóór 2050 CO2-neutraal kan zijn. Daarom moeten overheden véél ambitieuzer klimaatbeleid stellen. Handelen vanuit wat ‘haalbaar en betaalbaar’ is, is achterhaald. We moeten doen wat nodig is. Met de huidige maatregelen is onzeker of we het EU-doel van 55% CO2-reductie voor 2030 halen. Door de ambities te verhogen, vergroten we de kans dat deze doelen wél gehaald worden.

Hoe? Overheden moeten fossiele subsidies vlot afbouwen en de transitie naar hernieuwbare energie tegelijkertijd versnellen. Het normeren en beprijzen van CO2-uitstoot en andere structurele maatregelen zijn nodig om langdurige verandering in gang te zetten. Want pas als het gebruik van fossiele brandstoffen duurder wordt, zal er echt iets veranderen.

Cruciale rol voor bedrijven en financiers

Het bedrijfsleven heeft deze prijsprikkels nodig om te bewegen naar een duurzamer, meer toekomstgericht bedrijfsmodel. Door het beprijzen van CO2-uitstoot zullen zij de noodzaak voelen om duurzamer te opereren, bijvoorbeeld op het gebied van transport, huisvesting en bedrijfsprocessen. Bovendien kunnen prijsprikkels leiden tot meer technologische innovatie. Want wie het duurzaamst produceert, betaalt het minst voor uitstoot en heeft daarmee het meeste voordeel. In het beste geval gaat die innovatie gepaard met betere samenwerking en kennisdeling. Zo hoeven bedrijven niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden, gaat innovatie sneller en kunnen we de transitie versnellen. De opgedane kennis kunnen we vervolgens exporteren naar het buitenland, zoals we ook al doen op het gebied van watermanagement.

Om de versnelling van het bedrijfsleven mogelijk te maken, is kapitaal nodig. De financiële sector kan dus een essentiële rol spelen. Het is aan financiers om bewuste keuzes te maken door te investeren in bedrijven, sectoren en landen die klimaatbeleid uitvoeren en streven naar een leefbare toekomst. Zo kunnen we positieve invloed uitoefenen. ASN Bank heeft al bewezen dat groene keuzes en financieel rendement hand in hand kunnen gaan.

Succesvolle aanpak maakt verduurzaming voor iedereen mogelijk

Ook als burgers kunnen we onze rol pakken. Bijvoorbeeld door bewust te consumeren, te kiezen voor groene financiële producten en te stemmen op een partij die een ambitieus klimaatbeleid voert.

Essentieel hierbij is dat iedereen kan meekomen. Sinds de energiecrisis zien we een groeiende kloof, waardoor verduurzaming iets wordt voor de happy few. Aan de ene kant staan mensen met een goedgevulde portemonnee die hun energierekening minimaliseren door te verduurzamen. Anderzijds zijn er mensen die de financiële middelen voor verduurzaming niet hebben en die steeds meer kwijt zijn aan hun energierekening. Juist mensen met een kleine portemonnee hebben baat bij energiebesparende maatregelen zoals isolatie. Daarom moet er een klimaatfonds komen. Dat fonds kan mensen met een kleine beurs helpen bij het verduurzaming van hun woning en de regie pakken bij de verduurzaming van de energiesector. Het benodigde geld kan komen uit de heffing op CO2-uitstoot. Zo blijft de energietransitie voor iedereen betaalbaar en toegankelijk.

Complexe puzzel oplossen vraagt om blik op de lange termijn

Een integrale aanpak van het klimaatprobleem is een complexe puzzel. Maar ook een complexe puzzel wordt op den duur gelegd. Door anders te kijken naar de welvaart en het verdienmodel van Nederland en investeringen te doen in groene en circulaire initiatieven, kan de overheid een langetermijnvisie ontwikkelen. Lapmiddelen, pleisters plakken en andere tijdelijke maatregelen zijn niet langer voldoende. Mijn advies: laat de emotie waar die hoort. En gebruik de ratio voor de simpele rekensom dat niets doen straks een veelvoud kost van elke euro die je nu besteedt.

Uiteindelijk gaat het om de toekomst van de volgende generatie. En zou dus de vraag moeten zijn: hoe moet Nederland er in de toekomst uitzien?

Vragen of doorpraten? Neem contact op met Linda van Dongen