Op 28 februari kwam het tweede rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) uit. Met als onderwerp: de gevolgen van de klimaatverandering. De conclusie: we moeten razendsnel aan de slag.
Halverwege 2021 publiceerde het IPCC zijn eerste rapport, over de oorzaken en de ernst van de klimaatverandering. Het concludeerde: de opwarming is een feit, gaat harder dan gedacht en we weten nu zeker dat de mens de opwarming veroorzaakt. Het tweede rapport gaat over de gevolgen van klimaatverandering en over adaptatie, ofwel hoe we ons aan de opwarming kunnen aanpassen. De eerste conclusie is: we dringen de uitstoot van broeikasgassen niet snel genoeg terug. Opwarming is niet meer tegen te gaan. Daarom moeten we ons zo snel mogelijk ook aanpassen. Binnen twintig jaar is de aarde gemiddeld al 1,5 graden opgewarmd.
Als we onder de 1,5 graden blijven, kunnen we nog veel doen om ons aan te passen. Het zal een uitdaging zijn en het wordt steeds lastiger. Maar let op, we lopen ver achter met adaptatie. De aanpak is vaak incidenteel en niet structureel. Zoals de plaatsing van airco’s in steden die last hebben van hittestress zonder de inrichting van de steden zelf aan te pakken door ze bijvoorbeeld te vergroenen.
Onomkeerbare gevolgen dreigen
Op dit moment ervaren we wereldwijd al de negatieve effecten van de opwarming. Het aantal weersextremen neemt toe. Ziektes als malaria raken meer verspreid. In Afrika en Azië leidden zulke effecten in 2019 al tot 13 miljoen klimaatvluchtelingen.
Bij 2 graden opwarming zijn er onomkeerbare gevolgen. Dat wil zeggen dat meerdere regio’s in de wereld zich niet meer kunnen aanpassen. Bijvoorbeeld regio’s die afhankelijk zijn van smeltwater van gletsjers, zeeën met koraalriffen en laaggelegen steden waarvoor het te duur wordt om dijken te bouwen. Het zijn vaak armere landen die door armoede de minste mogelijkheden hebben om zich aan te passen. Als deze effecten er al zijn bij 2 graden opwarming, dan loopt het nog verder uit de hand bij 3 graden opwarming. Toch zitten wij wel op dat pad. We moeten dus alles op alles zetten om op zijn minst onder de 1,5 graden te blijven.
Inzetten op de natuur
Het IPCC zegt dat een sleutel van klimaatadaptatie is dat we de natuur veiligstellen en versterken. Dat worden ook wel ‘nature based solutions’ genoemd. Voorbeelden zijn de aanleg van mangrovebossen voor de kust tegen overstromingen, de combinatie van landbouw met bosbouw, groene infrastructuur, duurzame visserij en het uitbreiden van beschermde natuur.
Met het biodiversiteitsdoel dat ASN Bank heeft vastgesteld, zoeken ook wij het in oplossingen op basis van de natuur. We investeren in middelen om de klimaatverandering zelf af te remmen en de inmiddels onvermijdelijke gevolgen op te vangen. Bijvoorbeeld duurzaam bosbeheer, het gebruik van natuurlijke materialen in de bouw en verduurzaming van bijvoorbeeld viskweek.
Beneden 1,5 graden opwarming blijven
Wat nu? De tijd dringt en we weten dat we niet genoeg doen. De samenleving moet zich aanpassen. We moeten dus inzetten op adaptatie. Maar ook mitigatie – beperking van onze uitstoot tot nul in 2050 – is essentieel om onder de 1,5 graden opwarming te blijven. Als we dat niet voor elkaar krijgen, biedt zelfs adaptatie geen uitweg meer.