Hoe kwamen jullie erbij om in een tiny house te gaan wonen?
Susan: Een jaar of drie geleden begon het een beetje te kriebelen. Ik had het gevoel dat ons oude huis niet meer bij ons paste. Ik ging op zoek naar wat er nog meer mogelijk was. Ik kwam het concept tiny houses voor het eerst online tegen op Instagram en Pinterest. Ik dacht: dat is gaaf!
Mark: We voelden al langer het verlangen om vrijer te zijn, een bestaan waarbij het gaat om ervaringen. Dit voelde als een bevrijding. Alleen wonen met wat je echt nodig hebt. En een kleinere voetafdruk.
Wat gaf de doorslag?
Mark: We woonden vroeger in een ‘gewoon’ rijtjeshuis. We hadden een hoop kamers waar niets mee gedaan werd. We stopten er maar meubels in om het op te vullen, maar de kamers werden nooit gebruikt. Het idee van een tiny house sprak ons steeds meer aan. We wilden wel eerst trouwen. We hebben toen afgesproken het idee even te parkeren. Toen we naderhand nog steeds enthousiast waren, wisten we het zeker.
Wat maakt jullie tiny house zo bijzonder?
Mark: Ons tiny house staat in een woonwijk. We zijn de enige in de omgeving. Dat is wel bijzonder. Met 37m2 is het huis is groot genoeg voor ons, zelfs nu met de baby. We maken efficiënt gebruik van de ruimte. Zoals overal opbergvakken, zelfs onder de bank. Er is veel nagedacht over dubbel oppervlak. Alles is op maat gemaakt met duurzame materialen. Grotendeels gebaseerd op spullen die we al hadden.
Hebben jullie veel weg moeten doen bij de verhuizing?
Susan: Ja! Het proces van ontspullen heeft een lange tijd nodig gehad. Elke keer kom je weer dingen tegen die toch weg kunnen. We hebben voor we hier gingen wonen met vrienden een ‘ontspul challenge’ gedaan. Aan het einde van de maand hebben we bijna 500 dingen weggedaan. De kringloop kende ons bij naam.
En toen kwam er ook nog een baby bij…
Susan: De komst van de baby bracht natuurlijk een boel extra spullen met zich mee. Maar ons huis is niet te klein. We hebben wel een extra rondje ontspullen gedaan. Je moet tenslotte een plekje hebben voor de luiers en de kleertjes. Je gaat heel bewust om met de ruimte die je hebt. Minder ruimte betekent minder spullen en minder onderhoud. Dat geeft ons veel rust. Vroeger werd ik elke keer geconfronteerd als ik langs de boekenkast liep om nog een boek te lezen. Nu hebben we alleen de boeken die we ook echt lezen in huis.
Is het moeilijker om een tiny house te bouwen dan een normaal huis?
Susan: Als je zo wil wonen, dan moet je er wel 100% voor gaan. Het was veel uitzoekwerk. Ook om een goede verzekering te vinden. Vooral met een houten dak is dat lastig in Nederland. Voor een tiny house is dat niet zo makkelijk en vanzelfsprekend. We vonden het belangrijk om dit goed te regelen. Het zorgt er wel voor dat je zorgeloos kan leven.
Wat is jullie favoriete onderdeel van het huis?
Mark: Mijn broer is architect en heeft ons geholpen met het ontwerp van het huis. Daardoor is het extra persoonlijk en helemaal afgestemd op onze wensen. We hebben met onze tiny house heel bewust gekozen voor bepaalde materialen, bijvoorbeeld het hout. Het is een houtsoort die verkleurt met de tijd. Dat kun je nu al zien. Deze houtsoort hoef je niet te schuren of te verven. Dat vinden we mooi.
Susan: We hebben weinig concessies hoeven doen. We wilden niet dat we iets moesten ombouwen om bijvoorbeeld naar bed te gaan. Alles heeft een eigen plek en blijft zo staan. Daar zijn we heel blij mee.
Hoe heeft een tiny house jullie leven veranderd?
Susan: We zijn veel bewuster gaan leven. Ik denk dat de gemiddelde Nederlander best kan leven met minder spullen. Hoe minder spullen je koopt, hoe kleiner je footprint is. We hebben zelf bewezen dat het kan. En dat het eigenlijk heel fijn is. Wat ik ook fijn vind is dat we veel meer buiten zijn. We hebben nu een grote tuin, waarin we onze eigen groenten verbouwen. Doordat de drempel om naar buiten te gaan zoveel lager is, ben je veel meer bezig met de natuur. Mark: Ik vind het een positieve ontwikkeling dat er in Nederland steeds meer tiny houses ontstaan. Een mooie bijkomstigheid van zo leven is dat voor ons de lasten omlaaggingen. Waardoor werken minder een noodzaak werd. Dat geeft meer vrijheid. En meer ruimte voor ervaringen.