De wereld beter achterlaten voor de volgende generatie gaat niet alleen om ecologische, maar ook om sociale duurzaamheid. Hoe verbeteren we het welzijn van mensen, nu en in de toekomst? Als bank dragen we ons steentje bij door ervoor te zorgen dat de bedrijven waar we in investeren goed presteren op het gebied van mensenrechten.
Wat is sociale duurzaamheid?
Sociale duurzaamheid gaat over mensen. We vinden dat het normaal zou moeten zijn dat een bedrijf goed voor zijn arbeiders zorgt. Niet alleen voor eigen werknemers, maar voor álle arbeiders in de keten. Dus ook als het bedrijf een link heeft met bedrijven die kwetsbare arbeiders in arme landen inhuren. Al deze mensen horen een eerlijk loon te verdienen, zich te kunnen verenigen in een vakbond en vrij te zijn van (seksuele) intimidatie. Helaas is dat nu nog lang niet overal zo. Daardoor worden met name kwetsbare groepen, zoals arme gezinnen, ongeschoolde arbeiders, vrouwen en kinderen, niet genoeg beschermd.
Mensenrechten niet vanzelfsprekend
In het laatste deel van de twintigste eeuw waren mensenrechten vooral een taak van de overheid. Zij moesten mensenrechten vertalen naar nationale wetgeving. In West-Europa en Noord-Amerika werd dat goed geregeld, maar in veel andere landen, zelfs in Zuid- en Oost-Europa, werden mensenrechten niet in wetgeving opgenomen.
Bedrijven voelden niet de verantwoordelijkheid om in die landen zélf voor mensenrechten op te komen. Dat komt voor een groot deel door globalisering. Eind vorige en begin deze eeuw breidden veel westerse bedrijven hun handel internationaal uit. Ze haalden hun grondstoffen van over de hele wereld en plukten de vruchten van de landen zonder mensenrechtenwetten, waar lagere lonen en slechtere arbeidsomstandigheden zorgden voor lagere tarieven.
Maar met lange, internationale ketens, weet je als bedrijf niet goed wie jouw kleding maakt, thee verbouwd of telefoon in elkaar zet. Omdat deze mensen ver weg zijn, voelen de bedrijven niet de verantwoordelijkheid om goed voor ze te zorgen. Als een textielfabriek in Brabant staat en de baas de werknemers kent, is hij veel eerder geneigd om goede arbeidsomstandigheden te bieden.
Zo ontstond een grijs gebied waar bijna wetteloosheid gold, omdat bedrijven geen verantwoordelijkheid namen en de nationale overheden van deze landen niet in staat waren hun arbeiders te beschermen.
Richtlijnen van de Verenigde Naties
Gelukkig hebben de Verenigde Naties inmiddels richtlijnen voor bedrijven opgesteld. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de drie pijlers van Harvard-professor John Ruggie. De eerste pijler houdt in dat overheden de verantwoordelijkheid hebben om mensen te beschermen: duty to protect. De tweede houdt in dat het bedrijfsleven mensen moet respecteren: duty to respect. En de derde pijler bepaalt dat slachtoffers van mensenrechtenschendingen ergens naartoe kunnen om hun recht te halen: access to remedy.
Ook in sommige landen worden mensenrechten voor bedrijven wettelijk vastgelegd. Zo heeft de Britse overheid in 2015 de Modern Slavery Act ingevoerd. Die stelt dat bedrijven jaarlijks moeten rapporteren wat zij doen tegen de ergste vormen van kinderarbeid en schuldslavernij. Ook de Franse overheid heeft een Loi Vigilance geïntroduceerd. En in Nederland keurt de Tweede Kamer hopelijk binnenkort de Wet Zorgplicht Kinderarbeid goed.
Wat doet ASN Bank?
We vinden het belangrijk dat bedrijven op sociaal gebied het beste voor hebben met de wereld. Daarom komen alleen bedrijven die door de duurzaamheidsscreening van ASN Bank komen in aanmerking voor een plek in het beleggingsuniversum. Dat betekent dat de duurzaamheidsafdeling van de bank bepaalt in welke bedrijven de beleggingsafdeling mag investeren.
ASN Bank beoordeelt de bedrijven op basis van duurzaamheidscriteria: bestuur, sociaal en milieu. Mensenrechten vallen onder de sociale criteria. We kijken onder andere of bedrijven een sociaal beleid hebben opgesteld. En wat het bedrijf doet op het gebied van discriminatie, vakbondsvrijheid, kinderarbeid en gedwongen arbeid. Op sommige criteria zijn we minder streng voor kleinere bedrijven, zodat bedrijven die willen verbeteren ook in het universum kunnen worden opgenomen.