Commercieel investeren in wapens is onethisch
Hoewel ik destijds nog niet bij de bank betrokken was, nam ook ASN Bank toen al openlijk stelling tegen (kern)wapens. En nog steeds investeren we niet in wapenbedrijven. Niet omdat we denken dat de wereld zonder wapens kan; het is in deze tijd meer dan duidelijk dat jezelf verdedigen, en zelfs terugvechten, noodzakelijk kan zijn. We wijzen investeringen in commerciële wapenbedrijven af omdat we geen geld willen verdienen aan de handel ervan. Het monopolie op wapengebruik hoort in de handen te liggen van democratische overheden. Commerciële bedrijven en beleggers zouden daar zo min mogelijk van moeten profiteren want daar gaat en perverse prikkel vanuit.
Ik vraag me af hoe het eraan toeging in de boardrooms van grote wapenfabrikanten toen Rusland buurland Oekraïne binnenviel. Werd er daar geproost? Oorlog betekent immers meer omzet. Van het ene op het andere moment besloten regeringen honderden miljarden euro’s aan extra wapens te bestellen. In elke andere sector zouden op zo’n moment de flessen ontkurkt worden. Wie is immers níet blij met een miljardenbestelling en mooie winstvooruitzichten op korte- en lange termijn? Beleggers werden er in ieder geval erg gelukkig van, getuige de omhoogschietende beurskoersen. De oorlog in Oekraïne bood een buitenkans om mooie rendementen te behalen.
Hoe verwoorden wapenbedrijven dit soort ‘kansen’ richting hun beleggers? De eerste keer dat die vraag door me heen schoot was een aantal jaar geleden, na de terroristische aanslag in de Bataclan in Parijs. Beleggers reageerden enthousiast, want de dagen erna steeg de koers van de tien grootste wapenbedrijven in de Verenigde Staten met 10 miljard dollar. Bij de inval door Rusland zag ik hetzelfde gebeuren: het Duitse Rheinmetall piekte met een koerswinst van maar liefst 130%. Voor het Italiaanse Leonardo was dit 43%, en Thales piekte op 58%. Een terroristische aanslag of een oorlog zoals in Oekraïne is goed nieuws voor beleggers in wapenfabrikanten.
Vanuit dat perspectief is het misschien niet vreemd dat deze bedrijven de inval van Rusland niet direct veroordelen. En gerelateerd aan de verwachte verhoogde defensie-uitgaven in Europa zelfs spreken over ‘opportunities for companies operating in the sector’. En daar hebben ze gelijk in, want zelfs in Nederland roept minister Kaag, gesteund door de Tweede Kamer, banken op om wapenproducenten niet meer uit te sluiten vanwege (duurzaamheids)risico’s. Met als gevolg dat de wapensector, dankzij de in hun ogen toegenomen maatschappelijke relevantie, kansen ziet om als ‘maatschappelijk verantwoord bedrijf’ geclassificeerd te worden voor duurzame beleggingen.
Maar hoe moet het dan wel, als we de mogelijkheid willen hebben om onszelf te verdedigen en er tegelijkertijd voor willen zorgen dat wapens niet in verkeerde handen vallen en er geen winst gemaakt wordt op investeringen in wapens? Wat mij betreft komt het dan aan op democratisch gekozen overheden. Zij zijn degene die wapens kopen en vervolgens leveren aan Oekraïne om zich te verdedigen. Dat zijn geen cadeautjes van de wapenbedrijven. Voor investeringen zou hetzelfde moeten gelden. Een publieke defensiebank kan daarvoor een oplossing zijn. Deels of geheel gefinancierd door private banken en andere investeerders, maar onder beheer van een democratisch gekozen overheid. Zodat de focus niet ligt op het maken van zoveel mogelijk winst, maar op het voorkomen van illegale handel en andere wapengerelateerde ellende, in combinatie met een stabiel rendement.
De ethische discussie over wapens die er in de jaren 80 was leeft nu opnieuw. En mijn standpunt is daardoor ongewijzigd, net als dat van ASN Bank. De oorlog in Oekraïne doet de ethische discussie over de financiering van wapens en het recht om jezelf te verdedigen opnieuw oplaaien. Het recht om jezelf te verdedigen is iets anders dan het lucratief financieren van een winstgevende wapenindustrie. Dat laatste betekent dat je commercieel profiteert van oorlog. Dát is wat er onethisch aan is.
Door Piet Sprengers, manager duurzaamheidsstrategie bij ASN Bank
Wil je reageren?
Stuur Piet een berichtje via LinkedIn.