De berekening van negatieve impact
ASN Impact Investors meet de negatieve impact op de biodiversiteit van zijn beleggingsfondsen om beter te kunnen sturen op herstel van natuur. Daarvoor hebben we samen met duurzaamheidsexperts PRé Sustainability en CREM een methode ontwikkeld: de Biodiversity Footprint for Financial Institutions (BFFI). Die geeft weer in hoeveel vierkante meters of hectare land de biodiversiteit is verdwenen door de activiteiten waarin we beleggen.
Voor het ASN Microkredietfonds is het meten van dergelijke impact nog niet mogelijk. Het ASN Biodiversiteitsfonds is juist gericht op positieve impact, daarvoor hanteren we een meetmethode die we hieronder apart uitleggen.
Voor de impactcijfers van de tien andere ASN beleggingsfondsen gaat de BFFI-methode uit van zogenoemde ‘background data’. Omdat er (nog) geen data zijn over de impact op biodiversiteit van de meeste bedrijven, raadplegen we cijfers over de impact van de sector en het land waarin ze actief zijn en rekenen die gegevens terug naar onze investeringen.
Zogeheten Life Cycle Assessments (LCA) geven inzicht in de mate waarin productieprocessen van bedrijven het milieu belasten. Zo komen we tot een totaalbeeld van alle grondstoffen die worden gebruikt en de vrijkomende emissies. We moeten ook inschatten welke invloed die emissies hebben op de belangrijkste vormen van invloed op biodiversiteit zoals landgebruik, klimaatverandering en verzuring.
Vervolgens maken we de vertaalslag naar het potentieel veroorzaakte biodiversiteitsverlies in ecosystemen op land en in zoet en zout water. Dit drukken we uit in pdf ha per jaar, wat staat voor Potentially Disappeared Fraction of species in hectaren per jaar. Door deze eenheid te gebruiken, kunnen we het verlies van heel verschillende soorten flora en fauna bij elkaar optellen. Omwille van de eenvoud rekenen we alle - meestal geleidelijk optredende - verliezen om naar 100 procent verlies in een jaar tijd.
De berekening van positieve impact door het ASN Biodiversiteitsfonds - als pionier
ASN Impact Investors loopt voorop met het meten van de invloed op biodiversiteit van beleggingen. Er bestaat nog geen gemeenschappelijke en goed gedefinieerde methodologie die de positieve invloed berekent op herstel en bescherming van de biodiversiteit.
Daarom kiezen we een innovatieve aanpak met een meetmethodologie die we verder blijven verbeteren. Het belangrijkste uitgangspunt van de nieuwe meetmethode is dat die draait om positieve impact: een meetbare toename van de biodiversiteit. Een vermindering van de negatieve impact is niet voldoende om het resultaat als positieve impact te kwalificeren.
De hierboven al genoemde BFFI-methode nemen we als startpunt. Die vullen we aan met de projectspecifieke gegevens van de investeringen voor zover die beschikbaar zijn en betrouwbaar en volledig. We gebruiken ook databases met wetenschappelijk gevalideerde gegevens (bijvoorbeeld over cacao geteeld in boslandbouw) om onze berekeningen te onderbouwen, al zijn die er niet voor alle activiteiten in alle sectoren.
We nemen tot slot ook zaken als investeringscriteria en certificaten mee in onze berekeningen. Als er een (biologische) certificering voor een project bestaat, kunnen we op basis daarvan redelijke aannames doen omtrent gegevens als de gebruikte meststoffen, pesticiden en het type landgebruik. De certificering stelt daaraan immers eisen.
In het meten van invloed op biodiversiteit is ASN Impact Investors, samen met de bedrijven waarin we investeren, nu nog pioniers. We richten ons op het meten van iets wat nog nooit eerder is gemeten. Pionieren betekent ook dat we moeten accepteren dat de meetmethodiek nog niet perfect is.
Doordat wij investeren in activiteiten die de biodiversiteit herstellen en minder schade aanrichten en de impact ervan zo nauwkeurig mogelijk willen verantwoorden, versnellen we de ontwikkeling van de meetmethodologie.
De gebruikte data zullen steeds beter worden. Daardoor is het ook mogelijk dat de berekende impact in de toekomst wordt aangepast als er betere en meer data beschikbaar zijn.