Houd je van mooie kleding en ben je je ook bewust van de negatieve impact die fast fashion heeft? Dan zul je bij een bezoek aan een kledingzaak wellicht wat twijfels voelen. Met vragen als: heb ik dit kledingstuk écht nodig, moet ik niet eerst in een vintagewinkel kijken en wat is de impact van dit kledingstuk op mens en natuur?
De milieu-impact van een kledingstuk achterhalen is lastig. Voor meer inzicht moet je het wasetiket bestuderen en kennis hebben van stoffen én hun impact op het milieu. We helpen je een handje met een rondje langs de vier soorten textielvezels.
Foto: Lenzing AG/Richard Ramos
Natuurlijke textielvezel
We starten met de natuurlijke textielvezels. Van deze soort zijn katoen en linnen de bekendste. Katoen wordt veel gebruikt maar heeft grote schaduwkanten: uitbuiting van katoenboeren, het enorme waterverbruik en het grootschalige gebruik van bestrijdingsmiddelen.
Dierlijke textielvezel
In de tweede categorie zijn wol en zijde (afkomstig van de cocon van de zijderups) de meest voorkomende soorten. Helaas krijgen de viervoeters die de wol ‘leveren’ niet altijd de behandeling die ze verdienen en vindt er bij het scheren soms mishandeling plaats.
Synthetische textielvezel
Deze textielvezelsoort wordt van olie gemaakt en bestaat sinds de jaren ’30 als nylon, polyester en het elastische lycra. Het grote nadeel van deze stoffen is dat ze niet biologisch afbreekbaar zijn en dat ze in de wasmachine microplastics loslaten.
Half-synthetische textielvezel
Met de vierde categorie komen we op het domein van Lenzing. Een door de mens bedachte textielsoort op basis van natuurlijke vezels (cellulose) die in bomen en planten voorkomen. De oudste soort is viscose (zie ook De geschiedenis van viscose) het dat ook wel kunstzijde werd genoemd. Die naam zegt al iets over de luxe eigenschappen van de stof.
De nieuwste generatie viscose staat te boek als lyocell - het eerder genoemde Tencel® is een door Lenzing gepatenteerde versie van lyocell -. Het is zacht, ventileert goed (is warm in de winter en koel in de zomer), kreukt bijna niet en houdt minder transpiratieluchtjes vast. Naast pulp van eucalyptushout wordt Tencel® tegenwoordig ook aangevuld met gerecycled katoen en zelfs gebruikte sinaasappelschillen.
Ons duurzaamheidsonderzoek
Lenzing, sinds de oprichting in 1938 gevestigd in het bescheiden Oostenrijkse stadje Lenzing, is de grootste Westerse fabrikant van half-synthetische stoffen op basis van hout. Het Oostenrijkse bedrijf heeft fabrieken in Oostenrijk, Tsjechië, Brazilië, Indonesië, Thailand, de VS en in China. In totaal werken er 7.500 medewerkers. Onze duurzaamheidsonderzoekers hielden het bedrijf in de winter van 2021 tegen het licht. Zoals gebruikelijk keken ze daarbij naar het beleid van het bedrijf, duurzame doelen en rapportages (onder meer het duurzaamheidsrapport van 2021).
Grondstof nummer 1: hout
Het overige deel wordt ingekocht, draagt het strengste houtkeurmerk (FSC) en komt niet uit bedreigde Braziliaanse - of Indonesische bossen. Lenzing streeft ernaar het transport van hout zoveel mogelijk te beperken: in 2020 kwam 94% van het hout dat in eigen fabrieken tot houtpulp werd bewerkt uit hetzelfde land of uit aangrenzende landen.
Klimaatdoelen van Lenzing
Dat Lenzing secuur te werk gaat blijkt uit beoordelingen van twee onafhankelijke organisaties. Volgens het Carbon Disclosure Project (een organisatie die circa 100 bedrijven scores geeft op het gebied van klimaatmaatregelen, behoud van bos en waterverbruik) noemt Lenzing als een van de 14 bedrijven die op deze drie gebieden de hoogste score behaalt. De Canadese organisatie Canopy Planet helpt kledingproducenten om duurzame stoffenleveranciers te kiezen. In een overzicht van bijna 40 wereldwijde viscoseproducenten zet Canopy Lenzing op een tweede plaats (Hot Button Report).
Lenzing als werkgever
Medewerkers mogen zich aansluiten bij een vakbond al is de vraag of dat in de Chinese fabriek ook daadwerkelijk gebeurt. Ook gelden er in strenge veiligheidsregels in alle fabrieken en wordt er jaarlijks gerapporteerd over ongevallen op de werkvloer. In deze rapportage lazen we dat de kleine ongelukken zijn afgenomen en dat er in de afgelopen 3 jaar gelukkig geen dodelijke ongelukken plaatsvonden.
Min voor 100% mannen in de top
Kwamen onze duurzaamheidsonderzoekers niets negatiefs tegen? Toch wel. De Raad van Bestuur van Lenzing bestaat op dit moment uit vijf mannen. Dat staat haaks op het streven om een divers en inclusief bedrijf te zijn. Een gezonde man-vrouw-verhouding in de top van een bedrijf staat voor ons op 40% - 60% vrouwen. Hopelijk kiest het bedrijf bij een komende bestuurderswissel voor een vrouw. Deze min werden echter ruimschoots gecompenseerd door de stappen die het bedrijf zet om de kledingketen te verduurzamen.
De geschiedenis van viscose
De geschiedenis van viscose is om twee redenen bijzonder: de manier waarop ‘de natuur’ werd nagemaakt en de geringe aandacht voor de gevaarlijke kant van viscoseproductie. Eerst de uitvinding. Die staat op naam van een breed besnorde Fransman Hilaire Bernigaud. Als assistent van de Franse bioloog Louis Pasteur (de uitvinder van onder meer gepasteuriseerde melk) zocht hij de oorzaak van een ziekte onder zijderupsen. De zijderups liet hem niet los en Bernigaud kreeg het idee om met plantaardig materiaal en zuren het productieproces, dat in het lijfje van de zijderups plaatsvindt, na te bootsen. Het werkte, Bernigaud kreeg een wereldwijd patent voor zijn uitvinding en in 1889 kon hij tijdens de wereldtentoonstelling in Parijs de eerste jurk van kunstzijde presenteren.
De donkere kant van viscose
In Nederland was het de firma ENKA die viscose produceerde. Dat gebeurde onder meer in het Gelderse Ede. Aandenkens aan die tijd zijn de fabrieksmuren die nog intact zijn én giftig afvalwater onder de grond. Over het gevaar van koolstofdisulfide (CS2) bij de productie van viscose deed de medische wetenschapper Paul Blanc in 2017 een boekje open. Het boek geeft tal van voorbeelden van blindheid, gekte en impotentie onder Amerikaanse werknemers die in aanraking kwamen met koolstofdisulfide (CS2). Een geruststelling voor Tencel-fans: dit zuur (gemaakt van steenkool) wordt niet gebruikt bij de productie van Tencel®.
Meer weten over stoffen
Belegt er een ASN Beleggingsfonds in Lenzing?
Ja, het ASN Milieu & Waterfonds belegt in Lenzing.
Opgericht in 1938 |
Aantal medewerkers: 7.500 |
CEO: Cord Prinzhorn |
Beursnotering: Wenen |
In NL: Geen |
Status: Goedgekeurd |
Goedgekeurd/Afgekeurd
In deze rubriek staan we stil bij bedrijven die zijn goed- of afgekeurd. Bedrijven die zijn goedgekeurd krijgen een plekje in het ASN Beleggingsuniversum, een lijst met meer dan 300 bedrijven.
Goedkeuren en afkeuren van bedrijven, doet ASN Bank dat zelf?
Duurzaam beleggen bij ASN Bank
Van plan om te starten met beleggen? Dit kan al vanaf € 20 per maand. Lees onze tips om een goede start te maken.
Let op: Met beleggen loop je risico en maak je kosten. Je kunt je inleg of een deel daarvan verliezen.
Dit artikel is gepubliceerd op 13 mei 2022.