ASN Duurzaam Mixfonds Zeer Defensief: actueel inzicht in je fonds

De centrale banken stelden de renteverlagingen die de markt eerder verwachtte, verder uit. Toch zetten de financiële markten de positieve trend van eind 2023 voort, want beleggers focusten vooral op de goede resultaten die bedrijven tot dusver in 2024 behaalden. Dit kwam het marktsentiment ten goede. De ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie blijven beleggers in de ban houden. De verwachtingen voor de Amerikaanse economie zijn nog steeds opvallend positief, in tegenstelling tot de groeiverwachtingen voor de Europese economie. Grondstoffen zaten in de lift: vooral de prijzen van energiegrondstoffen en edelmetalen stegen hard, mede doordat de geopolitieke onrust in het Midden-Oosten toenam.

Aandelen
Ondersteund door goede bedrijfsresultaten en het optimisme over kunstmatige intelligentie (KI) zetten aandelenmarkten record na record neer. De koersen van bedrijven in de sectoren communicatie en informatietechnologie stegen flink. Beleggers verwachten immers dat voornamelijk deze sectoren zullen profiteren van de ontwikkelingen op het gebied van KI. Voorbeelden hiervan zijn de grote Amerikaanse technologiebedrijven en fabrikanten van computerchips.

Obligaties
In het laatste kwartaal van 2023 hielden beleggers er rekening mee dat de centrale banken hun beleidsrentes flink zouden verlagen. Die verwachting moesten ze in het eerste kwartaal van 2024 bijstellen. De inflatie daalt weliswaar gestaag, maar minder snel dan verwacht. Het inflatiecijfer lijkt enigszins boven de doelstelling van de centrale banken te stabiliseren. Als gevolg daarvan is het tijdstip van de eerste renteverlaging naar achteren geschoven. De eerste renteverlaging door de Europese Centrale Bank wordt op zijn vroegst in juni verwacht. Die van de Amerikaanse Fed komt mogelijk nog later. Als gevolg hiervan stegen de marktrentes in de loop van het kwartaal. De Duitse tienjaarsrente steeg van 1,97% naar 2,30%. Doordat de marktrente steeg, daalden de obligatiekoersen. De gemiddelde rente van de obligaties in de portefeuille is in het eerste kwartaal wel gestegen.

Microkredieten
Het fonds belegt geld in microfinancieringsinstellingen (MFI’s) in opkomende landen. Nu de inflatie ook daar begint af te nemen, beginnen de centrale banken in sommige landen in Latijns-Amerika en opkomend Europa de rentes al te verlagen. Waarschijnlijk volgen meer opkomende economieën dit voorbeeld in de loop van het jaar.

Het fondsrendement van 0,14% was iets minder dan het rendement van de index waarmee we het fonds vergelijken (de benchmark), want dit kwam uit op 0,86%. De benchmark is samengesteld uit diverse indexen, die als volgt presteerden: aandelen behaalden in het eerste kwartaal een rendement van 9,32%, obligaties een rendement van -0,46% en microkrediet een rendement van +1,41%.

Het fonds bleef vooral achter bij de benchmark doordat het rendement van de aandelenbeleggingen achterbleef. De belangrijkste oorzaak hiervan was dat de Amerikaanse dollar in waarde steeg tegenover de euro, terwijl het fonds om duurzaamheidsredenen minder in Amerikaanse bedrijven belegt. Daarnaast daalden de koersen van de Zwitserse frank, Japanse yen en Zweedse kroon, waarin het fonds juist meer belegt dan de benchmark.
Daar kwam bij dat het fonds niet belegt in de financiële sector. Wij mijden beleggingen in of financiering van financiële dienstverleners omdat zij over het algemeen geen of slechts beperkt inzicht geven in hun bedrijfsactiviteiten. Daardoor kunnen wij niet waarborgen dat zij aan onze duurzame criteria voldoen. Deze sector presteerde relatief goed doordat financiële instellingen ervan profiteren dat zij hoge rentes kunnen doorberekenen aan hun klanten. Hun koersen stegen des te meer vanwege de verwachting dat de rentes langer hoog blijven.

Positief was dat de bedrijven die we voor het fonds hebben geselecteerd in Japan en Denemarken en in de sectoren informatietechnologie en industrie, goede koersresultaten boekten.

Het rendement van de obligaties was vrijwel gelijk aan dat van de benchmark. We weken in de loop van het kwartaal twee keer af van de rentegevoeligheid van de benchmark. Dit leverde een positief rendement op vergeleken met de benchmark. Het fonds belegde minder dan de benchmark in Italië en Spanje. Hoewel we aan dit verschil een einde maakten, droeg het negatief bij aan het rendement.
Het fonds belegt ook meer dan de benchmark in groene obligaties. Dat was positief, want deze behaalden een hoger rendement dan ‘grijze’ staatsobligaties. Onze selectie van groene obligaties pakte echter minder goed uit: het fonds belegt minder dan de benchmark in risicovollere groene obligaties, terwijl deze sterke resultaten behaalden.

De beleggingen in MFI’s presteerden ook minder dan de benchmark. De rente-inkomsten bleven stabiel, maar we moesten negatieve marktwaardecorrecties uitvoeren op diverse leningen en participaties in de fondsportefeuille. Anders dan in het voorgaande kwartaal droegen de schommelingen in de valutakoersen positief bij aan het rendement.

De vergelijkingsmaatstaf is samengesteld uit de benchmarks van de onderliggende fondsen en bestaat uit: 53% Bloomberg Barclays EUR Treasury 1-10 yr en 14% Bloomberg Barclays Euro Green Bond Gov. Related 1-10 yr., 23% 12 maands Euribor + 2%, 8% MSCI All Country World Index CPA, 1% FTSE Environmental Technologies 100 Index, 1% MSCI Europe Small Cap Total Return Net Index.

Actuele informatie over de obligaties waarin wordt belegd

Actuele informatie over de microfinancieringen waarin wordt belegd

Actuele informatie over de aandelen waarin wordt belegd

Actuele informatie over de aandelen waarin wordt belegd

Actuele informatie over de aandelen waarin wordt belegd